You are here: Home » Chapter 2 » Verse 33 » Translation
Sura 2
Aya 33
33
قالَ يا آدَمُ أَنبِئهُم بِأَسمائِهِم ۖ فَلَمّا أَنبَأَهُم بِأَسمائِهِم قالَ أَلَم أَقُل لَكُم إِنّي أَعلَمُ غَيبَ السَّماواتِ وَالأَرضِ وَأَعلَمُ ما تُبدونَ وَما كُنتُم تَكتُمونَ

Sofjan Siregar

Hij zei: "O Adam, noem hun de namen ervan." En toen hij hun de namen ervan had genoemd, zei Hij: "Zei Ik jullie niet, dat Ik het onwaarneembare van de hemelen en de aarde ken, en weet wat jullie openlijk doen en wat jullie plachten te verbergen?"