You are here: Home » Chapter 9 » Verse 31 » Translation
Sura 9
Aya 31
31
اتَّخَذوا أَحبارَهُم وَرُهبانَهُم أَربابًا مِن دونِ اللَّهِ وَالمَسيحَ ابنَ مَريَمَ وَما أُمِروا إِلّا لِيَعبُدوا إِلٰهًا واحِدًا ۖ لا إِلٰهَ إِلّا هُوَ ۚ سُبحانَهُ عَمّا يُشرِكونَ

Fred Leemhuis

Zij namen hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren in plaats van God en ook de masieh, de zoon van Marjam. En hun werd slechts bevolen één God te dienen. Er is geen god dan Hij. Hij zij geprezen, verheven als Hij is boven wat zij aan Hem als metgezellen toevoegen.