You are here: Home » Chapter 9 » Verse 120 » Translation
Sura 9
Aya 120
120
ما كانَ لِأَهلِ المَدينَةِ وَمَن حَولَهُم مِنَ الأَعرابِ أَن يَتَخَلَّفوا عَن رَسولِ اللَّهِ وَلا يَرغَبوا بِأَنفُسِهِم عَن نَفسِهِ ۚ ذٰلِكَ بِأَنَّهُم لا يُصيبُهُم ظَمَأٌ وَلا نَصَبٌ وَلا مَخمَصَةٌ في سَبيلِ اللَّهِ وَلا يَطَئونَ مَوطِئًا يَغيظُ الكُفّارَ وَلا يَنالونَ مِن عَدُوٍّ نَيلًا إِلّا كُتِبَ لَهُم بِهِ عَمَلٌ صالِحٌ ۚ إِنَّ اللَّهَ لا يُضيعُ أَجرَ المُحسِنينَ

Fred Leemhuis

Het past de mensen van Medina en de bedoeïenen uit hun omgeving niet dat zij achterblijven bij de gezant van God of dat zij zichzelf meer ontzien dan hij. Dat is omdat zij door geen dorst, noch vermoeidheid, noch honger op Gods weg worden overvallen. Zij doen ook geen inval die de ongelovigen woedend maakt, noch maken zij een vijand iets afhandig zonder dat voor hen daarmee een deugdelijke daad opgeschreven wordt. God zal het loon van hen die goed doen niet verloren laten gaan.