Mohammed is de gezant van God. En zij die met hem zijn zijn streng tegen de ongelovigen, maar onderling barmhartig. Jij ziet hen buigen en zich eerbiedig neerbuigen in hun streven naar goedgunstigheid van God en welgevallen. Hun kenteken is op hun gezicht als gevolg van het zich eerbiedig neerbuigen. Zo worden zij gekenschetst in de Taura en in de Indjiel worden zij gekenschetst als zaad dat zijn loten laat ontspruiten en dan sterker laat worden. Dan worden zij dikker en staan stevig op hun stengels zodat zij de zaaiers bevallen. Zo wil Hij door hen de ongelovigen woedend maken. God heeft degenen onder hen die geloven en de deugdelijke daden doen vergeving toegezegd en een geweldig loon.