Er zijn er onder hen, die luisteren, als gij den Koran leest, maar wij hebben sluiers over hunne harten geworpen, dat zij het niet zouden verstaan, en eene doofheid in hunne ooren; en indien zij zelfs alle soorten van teekens zagen, zouden zij er niet aan gelooven; en hunne ongeloovigheid zal zoo groot worden, dat zij zelfs tot u zullen komen om met u te twisten. De ongeloovigen zullen zeggen: Dit zijn niets anders dan dwaze fabelen uit oude tijden.