Heb jij dan niet gezien naar hen aan wie het verboden was vertrouwelijke gesprekken te voeren en die dan terugkeren tot wat hun verboden was en dat zij vertrouwelijke gesprekken houden over zonde, overtreding en ongehoorzaamheid aan de gezant? En als jij bij hen komt groeten zij jou zoals God jou niet groet en zij zeggen bij zichzelf: "Als God ons maar niet bestraft voor wat wij zeggen." Voor hen is de hel goed genoeg, waarin zij zullen braden en dat is pas een slechte bestemming!