31إِنّا أَرسَلنا عَلَيهِم صَيحَةً واحِدَةً فَكانوا كَهَشيمِ المُحتَظِرِFred LeemhuisWij zonden slechts één schreeuw tegen hen en zij waren als de droge takken van iemand die een omheining maakt.