51وَإِذا أَنعَمنا عَلَى الإِنسانِ أَعرَضَ وَنَأىٰ بِجانِبِهِ وَإِذا مَسَّهُ الشَّرُّ فَذو دُعاءٍ عَريضٍFred LeemhuisEn wanneer Wij de mens genade schenken, wendt hij zich af en gaat opzij. Maar wanneer hem het kwaad treft dan is hij breedsprakig in het gebed.