51وَإِذا أَنعَمنا عَلَى الإِنسانِ أَعرَضَ وَنَأىٰ بِجانِبِهِ وَإِذا مَسَّهُ الشَّرُّ فَذو دُعاءٍ عَريضٍSalomon KeyzerAls wij den mensch gunsten verleenen, wendt hij zich af en vertrekt, zonder zijnen dank te betuigen: maar als het kwaad hem bereikt, bidt hij dikwijls.