Maar zij, die hunnen Heer hebben gevreesd, zullen bij scharen naar het paradijs worden geleid, tot zij daar zullen aankomen; en de poorten daarvan zullen dadelijk worden opengezet, en de wachten daarvan zullen tot hen zeggen: Vrede zij op u! gij waart goed: treedt dus het paradijs binnen, ten einde daar voor eeuwig te verblijven.