En toen hij den ouderdom der jongelingschap had bereikt, en zich met hem in de verrichtingen van den godsdienst kon vereenigen. Zeide Abraham tot hem: O mijn zoon! waarlijk, ik zag in een droom, dat ik u als eene offerande zoude aanbieden. Overweeg dus wat gij meent, dat ik zal doen. Hij antwoordde: O mijn vader! doe wat u bevolen werd; indien het Gode behaagt, zult gij bevinden dat ik het lijdzaam zal ondergaan.