35الَّذي أَحَلَّنا دارَ المُقامَةِ مِن فَضلِهِ لا يَمَسُّنا فيها نَصَبٌ وَلا يَمَسُّنا فيها لُغوبٌFred Leemhuisdie ons door Zijn goedgunstigheid in de woning van het [eeuwige] verblijf heeft geplaatst. Wij worden daarin niet door vermoeidheid overvallen, noch worden wij daarin door matheid overvallen."