58وَالَّذينَ يُؤذونَ المُؤمِنينَ وَالمُؤمِناتِ بِغَيرِ مَا اكتَسَبوا فَقَدِ احتَمَلوا بُهتانًا وَإِثمًا مُبينًاSofjan SiregarEn degenen die de gelovige mannen en de gelovige vrouwen kwetsen, zonder dat zij iets (slechts) hebben verricht: voorzeker, zij hebben laster en een duidelijke zonde op zich geladen.