You are here: Home » Chapter 33 » Verse 51 » Translation
Sura 33
Aya 51
51
۞ تُرجي مَن تَشاءُ مِنهُنَّ وَتُؤوي إِلَيكَ مَن تَشاءُ ۖ وَمَنِ ابتَغَيتَ مِمَّن عَزَلتَ فَلا جُناحَ عَلَيكَ ۚ ذٰلِكَ أَدنىٰ أَن تَقَرَّ أَعيُنُهُنَّ وَلا يَحزَنَّ وَيَرضَينَ بِما آتَيتَهُنَّ كُلُّهُنَّ ۚ وَاللَّهُ يَعلَمُ ما في قُلوبِكُم ۚ وَكانَ اللَّهُ عَليمًا حَليمًا

Sofjan Siregar

Jij mag uitstel geven aan wie van hen jij wenst en jij mag tot jou nemen wie jij wenst. En naar wie jouw hart uitgaat van hen van wie jij afstand hebt genomen; er is voor jou geen zonde in. Dat is de verkoeling der ogen meer nabij. Laten zij dan niet treuren en laten zij tevreden zijn met wat jij hen allen hebt gegeven. En Allah kent wat in jullie harten is. En Allah is Alwetend, Zachtmoedig.