38ما كانَ عَلَى النَّبِيِّ مِن حَرَجٍ فيما فَرَضَ اللَّهُ لَهُ ۖ سُنَّةَ اللَّهِ فِي الَّذينَ خَلَوا مِن قَبلُ ۚ وَكانَ أَمرُ اللَّهِ قَدَرًا مَقدورًاSalomon KeyzerEr wordt geene misdaad op den profeet geladen, door te doen hetgeen God hem heeft veroorloofd overeenkomstig het Godsbevel, met betrekking tot hen die hem voorafgingen (want het bevel van God is een bepaald besluit).