40وَلَقَد أَتَوا عَلَى القَريَةِ الَّتي أُمطِرَت مَطَرَ السَّوءِ ۚ أَفَلَم يَكونوا يَرَونَها ۚ بَل كانوا لا يَرجونَ نُشورًاFred LeemhuisZij zijn toch bij de stad voorbij gekomen waarop de slechte regen geregend had; hebben zij haar dan niet gezien? Welnee, zij verwachten geen herrijzenis.