111إِنّي جَزَيتُهُمُ اليَومَ بِما صَبَروا أَنَّهُم هُمُ الفائِزونَSalomon KeyzerIk heb hen heden beloond, omdat zij de beleedigingen, welke gij hun hebt aangedaan, met geduld hebben gedragen: waarlijk, zij genieten een groot geluk.