31وَجَعَلنا فِي الأَرضِ رَواسِيَ أَن تَميدَ بِهِم وَجَعَلنا فيها فِجاجًا سُبُلًا لَعَلَّهُم يَهتَدونَFred LeemhuisEn Wij hebben op de aarde stevige bergen gemaakt dat zij hen niet aan het wankelen zou brengen en Wij hebben er passen in gemaakt als wegen; misschien zullen zij zich de goede richting laten wijzen.