Zij zijn het aan wie God onder de profeten genade geschonken heeft, uit de nakomelingen van Adam, uit hen die Wij met Noeh gedragen hebben, uit de nakomelingen van Ibrahiem en Isra?iel en uit hen die Wij op het goede pad gebracht en uitgekozen hebben. Wanneer de tekenen van de Erbarmer aan hen worden voorgelezen vallen zij eerbiedig buigend neer en huilen. -- *