33كِلتَا الجَنَّتَينِ آتَت أُكُلَها وَلَم تَظلِم مِنهُ شَيئًا ۚ وَفَجَّرنا خِلالَهُما نَهَرًاSalomon KeyzerIeder der tuinen bracht elk jaargetijde zijne vruchten voort, en zij waren niet onvruchtbaar. En wij deden eene rivier in het midden daarvan stroomen,