41يا صاحِبَيِ السِّجنِ أَمّا أَحَدُكُما فَيَسقي رَبَّهُ خَمرًا ۖ وَأَمَّا الآخَرُ فَيُصلَبُ فَتَأكُلُ الطَّيرُ مِن رَأسِهِ ۚ قُضِيَ الأَمرُ الَّذي فيهِ تَستَفتِيانِSalomon KeyzerO mijne medegevangenen! waarlijk, een uwer zal zijn heer wijn toedienen, evenals vroeger, maar de andere zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd komen eten. De zaak, waaromtrent gij mij ondervraagt, is onherroepelijk vastgesteld.