You are here: Home » Chapter 6 » Verse 31 » Translation
Sura 6
Aya 31
31
قَد خَسِرَ الَّذينَ كَذَّبوا بِلِقاءِ اللَّهِ ۖ حَتّىٰ إِذا جاءَتهُمُ السّاعَةُ بَغتَةً قالوا يا حَسرَتَنا عَلىٰ ما فَرَّطنا فيها وَهُم يَحمِلونَ أَوزارَهُم عَلىٰ ظُهورِهِم ۚ أَلا ساءَ ما يَزِرونَ

Fred Leemhuis

Zij die de ontmoeting met God loochenen zijn verloren. Zozeer, dat wanneer het uur onverwachts tot hen komt, zij zeggen: "Wat hebben wij een spijt van wat wij [in ons leven] veronachtzaamd hebben" terwijl zij hun lasten op hun ruggen dragen. Is het niet slecht wat zij te torsen hebben?