You are here: Home » Chapter 33 » Verse 50 » Translation
Sura 33
Aya 50
50
يا أَيُّهَا النَّبِيُّ إِنّا أَحلَلنا لَكَ أَزواجَكَ اللّاتي آتَيتَ أُجورَهُنَّ وَما مَلَكَت يَمينُكَ مِمّا أَفاءَ اللَّهُ عَلَيكَ وَبَناتِ عَمِّكَ وَبَناتِ عَمّاتِكَ وَبَناتِ خالِكَ وَبَناتِ خالاتِكَ اللّاتي هاجَرنَ مَعَكَ وَامرَأَةً مُؤمِنَةً إِن وَهَبَت نَفسَها لِلنَّبِيِّ إِن أَرادَ النَّبِيُّ أَن يَستَنكِحَها خالِصَةً لَكَ مِن دونِ المُؤمِنينَ ۗ قَد عَلِمنا ما فَرَضنا عَلَيهِم في أَزواجِهِم وَما مَلَكَت أَيمانُهُم لِكَيلا يَكونَ عَلَيكَ حَرَجٌ ۗ وَكانَ اللَّهُ غَفورًا رَحيمًا

Salomon Keyzer

O profeet! wij hebben u uwe vrouwen toegestaan, aan welke gij haren bruidschat hebt gegeven, en ook de slaven welke door uwe rechterhand worden bezeten, van den buit dien God u heeft verleend, en de dochters uwer ooms, en de dochters uwer moeien, zoowel van vaders zijde, als van moeders zijde, die met u van Mekka zijn gevlucht, en elke andere geloovige vrouw, indien zij zich aan den profeet overgeeft, voor het geval, dat de profeet haar tot zijne vrouw wil nemen. Dit is een bijzonder voorrecht, dat u boven de overige ware geloovigen is verleend. Wij weten wat wij hun nopens hunne vrouwen hebben bevolen, en omtrent de slaven, welke door hunne rechterhand worden bezeten, opdat het u tot geene misdaad zou worden aangerekend, indien gij van het u verleende voorrecht gebruik maakt; want God is barmhartig en genadig.