You are here: Home » Chapter 19 » Verse 58 » Translation
Sura 19
Aya 58
58
أُولٰئِكَ الَّذينَ أَنعَمَ اللَّهُ عَلَيهِم مِنَ النَّبِيّينَ مِن ذُرِّيَّةِ آدَمَ وَمِمَّن حَمَلنا مَعَ نوحٍ وَمِن ذُرِّيَّةِ إِبراهيمَ وَإِسرائيلَ وَمِمَّن هَدَينا وَاجتَبَينا ۚ إِذا تُتلىٰ عَلَيهِم آياتُ الرَّحمٰنِ خَرّوا سُجَّدًا وَبُكِيًّا ۩

Salomon Keyzer

Dit zijn zij, voor wie God weldadig was, onder de profeten der nakomelingschap van Adam en van hen, welke wij in de ark met Noach bewaarden, en van de nakomelingschap van Abraham, en van Israël, en van hen welke wij geleid en gekozen hebben. Toen hun de teekens van den Barmhartige waren voorgelezen, vielen zij aanbiddende neder en weenden.